Kenmerkende uitgangspunten van doopsgezinden
(aangepaste versie uit: Aangeraakt door de Eeuwige)
- Fundament. Wij bouwen op het fundament dat er al ligt – Jezus Christus zelf (1
Kor. 3: 10,11), die we navolgen op onze levensweg. De bron van ons leven en ons
gemeenteleven is Gods scheppend en bevrijdend handelen, waarvan de Bijbel
getuigt. - Mondigheid. Door samen te luisteren naar en te spreken over de Bijbelse
verkondiging verdiepen wij ons geloofsleven. Zo vormen wij als kring van
gelovigen een gemeente. Het gebouw noemen we kerk of vermaning. - Vrijheid in geloven. Wij zijn aan elkaar gelijk in verstaan en uitleg van de Bijbelse
verkondiging en worden wel ondogmatisch genoemd. Wij vermanen (erbij
roepen) en bemoedigen elkaar. In het licht van de Eeuwige zijn we verdraagzaam
ten opzichte van woorden en daden van onze zusters en broeders. Ieder schrijft
een eigen belijdenis. - Woord en daad. Voor ons zijn geloofswoord en geloofsdaad gelijkwaardig en
onlosmakelijk met elkaar verbonden. De gevraagde persoonlijke belijdenis aan
ieder die wil toetreden is een daad gevat in woorden. Wij streven naar eenvoud
en dienstbaarheid in het leven (Jac. 1: 22). - Doop van mondige mensen. Wij dopen volwassen mensen op grond van een
eigen, bewuste keuze, vervat in een persoonlijk belijden van geloof. We dopen
met respect voor elders gedoopten. - Priesterschap van alle gelovigen. Wij kennen geen kerkelijke ambten: een ieder
kan zich als een levende steen inzetten voor de opbouw van de gemeente (I
Petrus 2: 4-9). - Niet overtuigen, maar getuigen. Wat we waardevol vinden, daar willen wij
vanuit ons hart van getuigen. Wij menen niet zelf absolute waarheid te bezitten,
maar willen met anderen zoeken naar verdere geloofsverdieping, waarbij de
ander in haar of zijn waarde wordt gelaten (Jer. 31: 33). - Geweldloosheid. Wij hebben vanouds geweld afgewezen. In navolging van Jezus
is het werken aan vrede en gerechtigheid een kerntaak (Mat. 5, 6,en 7). - Open naar anderen. Wij willen een gastvrije gemeente zijn; onze maaltijd van
enigheid staat open voor ieder die zich met ons verbonden voelt in Christus. - Laat uw ja dat u zegt ja zijn en het nee nee (Mat. 5: 37). Onder verwijzing naar
de tekst uit Matteüs hebben doopsgezinden het afleggen van de eed geweigerd.
Niemand, ook God niet, kan verantwoordelijk worden gesteld voor de
betrouwbaarheid van onze getuigenis; alleen wijzelf dragen hiervoor de verantwoordelijkheid.